Renderworks op maat - instellingen
Commando |
Locatie |
Renderworks op maat - instellingen |
Weergave > Rendering |
Renderworks op maat biedt u meer controle over de details van hoog-kwalitatieve renderingen. Deze instellingen gelden uitsluitend voor de rendermethode Renderworks op maat. De instellingen die u hier invoert, krijgen voorrang op de huidige Vectorworksvoorkeur voor de Conversieresolutie 3D (in de categorie 3D). De opgegeven instellingen gelden alleen voor de huidige tekening; ze blijven van kracht in uw tekening totdat de instellingen worden gewijzigd. De huidige instellingen worden bovendien opgeslagen wanneer u een sjabloon creëert (zie Concept: Sjablonen).
Om de instellingen voor Renderworks op maat te bepalen:
Selecteer het commando. Het dialoogvenster ‘Renderworks op maat’ wordt geopend. Renderworks op maat heeft dezelfde standaardwaarden als Renderworks snel.
Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.Klik hier om de velden te tonen/te verbergen.
Veld |
Omschrijving |
Instellingen |
Vink de opties in deze sectie aan voor een betere kwaliteit en een hogere mate van detail in de rendering. Hoe meer opties zijn ingeschakeld, hoe langer het renderen zal duren. |
Anti-Aliasing |
Vink dit vakje aan om vloeiende randen te verkrijgen aan objecten en texturen. Vink dit vakje uit voor snellere renderings met meer gekartelde randen. |
Schaduw |
Vink deze optie aan om te renderen met schaduwen voor een hogere graad van realisme. |
Texturen |
Vink dit vakje aan om de texturen op de objecten weer te geven. Vink dit vakje uit voor snellere renderings. |
Onscherpte |
Activeer deze optie om dit specifieke effect van de texturen weer te geven (dit verhoogt in belangrijke mate de rendertijd). |
Displacement mapping |
Vink dit vakje aan om te renderen met displacement mapping voor texturen met een reliëfcomponent waarvan de hoogte verschillend is van 0. Stel de kwaliteit van de displacement mapping in onder Kwaliteit. Vink deze optie uit om sneller te renderen. |
Refractie |
Vink deze optie aan om een refractie-effect te verkrijgen bij lichtbronnen. De refractie hangt af van de geselecteerde waarde voor Refractieve fotonen in het Infopalet van de lichtbronnen (zie Eigenschappen van lichtbronnen). |
Gras |
Vink deze optie aan om grassprieten te renderen met de textuurcomponent gras. Indien uitgevinkt, wordt de eerste shaderkleur (of afbeelding) gebruikt om het gras te renderen, maar niet de grassprieten. Dit verkort de rendertijd en is handig voor grote of dichtbegroeide oppervlakken. |
Kleuren |
Vink deze optie aan om zowel de egale vulling als de texturen in kleur te renderen. Vink deze optie uit om alles in het wit te renderen. |
Camera-effecten |
Vink deze optie aan indien u wenst dat de Renderworks camera-effecten van de actieve camera gebruikt worden in de rendering (zie Een Renderworkscamera in uw tekening plaatsen). Als u deze optie uitschakelt, worden enkel de positie en de oriëntatie van de actieve camera gebruikt in de rendering. De effecten zijn afhankelijk van de gebruikte camera. Activeer de camera om de effecten in de rendering te zien. |
Progressieve rendering |
Gebruik deze optie om voorvertoningen van de volledige tekening te renderen, zodat u sneller kunt bepalen welke de gewenste weergave-, render- en lichtinstellingen zijn. Indien aangevinkt, krijgt u onmiddellijk een voorvertoning van het volledige scherm te zien, maar met een zeer lage resolutie. Deze functie kan handig zijn tijdens het werken aan een ontwerplaag, maar is niet geschikt om een finale rendering te maken. Schakel de optie uit om de rendertijd te verminderen wanneer u geen verdere aanpassingen voorziet. De progressieve rendering gebeurt aan de hand van finaal-gerenderde blokken in de tekening. |
Omgevingslicht |
Via de knop Omgevingslicht heeft u snel toegang tot de instellingen van de indirecte belichting voor de ontwerplaag of het zichvenster. |
Kwaliteit |
Kies het kwaliteitsniveau voor alle aspecten van de rendering. Hoe hoger de kwaliteit, hoe beter de resolutie van de gerenderde afbeeldingen. Dit zorgt voor meer details en zachte schaduwen, maar neemt ook meer tijd in beslag. |
Algemeen |
Selecteer hier een kwaliteit om deze waarde met één klik toe te passen op alle parameters. Kies de optie ‘Op Maat’ wanneer u voor elk aspect een eigen kwaliteit wenst in te stellen. |
Gebogen geometrie |
Kies de kwaliteit voor de weergave van gebogen geometrie (zoals NURBS-oppervlakken). |
Anti-Aliasing |
Kies de kwaliteit voor anti-aliasing (afvlakking) van objectranden en toegekende texturen. |
Indirecte belichting |
Selecteer de kwaliteit voor indirecte belichting. |
Zachte schaduw |
Selecteer de kwaliteit voor zachte schaduwen. Deze waarde is van toepassing op alle lichtobjecten met de optie Zachte schaduw ingeschakeld in het Infopalet. Voor buislampen en lichten d.m.v. oppervlak bepaalt deze waarde de kwaliteit van de proefresultaten. |
Onscherpte |
Selecteer de kwaliteit voor texturen met onscherpe reflecties en/of transparantie. |
Omgevingslicht |
Selecteer de kwaliteit voor het omgevingslicht van Renderworksachtergronden die gebruik maken van panoramische afbeeldingen. Deze parameter heeft geen effect wanneer indirecte belichting is ingeschakeld bij de instellingen voor omgevingslicht. |
Displacement mapping |
Selecteer de kwaliteit voor displacement mapping. Deze waarde wordt toegepast op texturen met reliëfshaders indien de optie Displacement mapping onder Instellingen is aangevinkt. Een hogere kwaliteit zorgt voor een meer realistische weergave van subtiele oneffenheden, maar vraagt ook meer rendertijd. Displacement mapping kan het renderen aanzienlijk vertragen. |
Max. aantal reflecties |
Stel in hoe vaak de lichtstralen weerkaatst moeten worden door de texturen die gebruik maken van de reflectieshader. Een hogere waarde vertraagt de rendering, maar geeft een hogere graad van realisme aan scènes met relatief veel glanzende objecten. |
Bij het testen van de rendering is het aangeraden om een lage algemene Kwaliteit in te stellen en de opties Anti-aliasing en Schaduw uit te schakelen. Een lage kwaliteit zal zorgen voor een snellere rendering.
Om een “witte kaart” of witte rendering van uw model te creëren, schakelt u de opties Texturen en Kleuren uit.